zondag 28 juni 2009

Verleden van Nederland

Weer een canon van de geschiedenis, dacht ik, houdt dat dan nooit op? Sinds het verschijnen van de officiële canon der Nederlandse geschiedenis, met de vijftig vensters, zijn canons bij bosjes opgeschoten. Maar het is geen canon, het is een verhaal dat de feiten van de canon in een samenhang probeert te plaatsen.
De officiële canon bevat te veel ankerpunten en te weinig verhaal en samenhang, aldus medeauteur Piet de Rooy in een interview. De ankerpunten zijn daarbij ook nog eens te veel de geschiedenis vanuit de blanke mannen gezien. Verleden van Nederland is daarom vooral een doorlopend verhaal, met nadruk op grote lijnen en verbanden. Hierbij passeren nu en dan analyses over de Nederlander en zijn identiteit, waarin kernwaaarden als gematigdheid, vredelievendheid en tolerantie de boventoon voeren. Maar ook breuken en discontinuïteiten in de geschiedenis worden niet geschuwd in het boek, evenals de nare trekjes van ‘de Nederlander’.

Sinterklaas
Een canon zegt minstens zo veel over de tijd waarin hij geschreven wordt als over zijn onderwerp, de geschiedenis of het verleden.
Een diepgeworteld idee is dat de tegenwoordige identiteit rust op de geschiedenis. Dat is ook juist maar het is een deel van het verhaal. Het verleden wordt evenzeer ingekleurd door de tegenwoordige tijd en haar ideeën. Een historicus moet van hele goeden huize komen wil hij aan neutrale geschiedschrijving doen. Het siert de auteurs van Verleden van Nederland dat ze daar ronduit voor uitkomen .
Een heel praktisch voorbeeld is de ruim anderhalve pagina die wordt besteed aan het verbod op het Sinterklaasfeest dat rond 1660 door orthodox-calvinistische predikanten werd geëist.. Meteen galmt de stem van Rita Verdonk door mijn achterhoofd: “en ze willen nu ook nog het Sinterkláásfeest afschaffen.” Niet voor het eerst dus.
Maar ook op een wat dieper niveau lijken de auteurs zich te keren tegen de heldenverering en het zoeken naar heroïek van de laatste tijd. Veel wordt gerelativeerd of in een bredere historische tendens geplaatst waardoor de scherpe randjes er af gaan.
Wij stammen niet af van de Friezen en de Bataven, wordt nadrukkelijk vermeld bij de Friese en Bataafse opstanden tegen de Romeinen.
De opstand tegen de koning van Hispanje kwam niet voort een plotseling opkomend verlangen naar vrijheid van godsdienst of eigen bestuur. De opstand paste in een eeuwenoude traditie waarin vorsten door hun onderdanen, hun feodale clientèle of de steden, ter verantwoording werden geroepen, vaak over belastingen of bestuurlijke zaken.
En dan de mythe van de VOC-mentaliteit, waar van overheidswege zo graag op gewezen wordt. Economisch gezien was de VOC inderdaad behoorlijk succesvol, maar dat ging vaak gepaard met grof geweld. De Nederlandse vredelievendheid en gematigdheid werd voornamelijk in eigen land aangetroffen, buiten de grenzen en op zee was alles toegestaan. De Nederlandse ontdekkingsreizigers, kooplui en kolonisatoren kwamen in ‘de Oost’ ook niet zomaar in een achterlijke rimboe terecht. Vooral de Chinezen hadden daar al een uitgebreid handelsnetwerk. En ja, Nederland heeft daar veel gebracht aan ontwikkeling in gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur, maar tezamen met tomeloos geweld en onderdrukking.
Daarbij waren de veelgeroemde Jongens van Jan de Witt, die jongens die met hun blote handen de oceaan overstaken, voor minstens de helft buitenlanders, gelukzoekers of op de vlucht voor koningen of justitie. Uitschot, tuig, rapalje, bijeengehouden door een keiharde kadaverdiscline. Maar dat mocht ook wel want het was een vreselijke reis. De sterfte op de schepen was enorm en voor flinke muiterij was maar een heel klein vonkje in het kruitvat nodig. .
Dat wisten we allang natuurlijk, maar de nadruk die er telkens op wordt gelegd is een relativering van de roep om een duidelijke historische identiteit, en een doorlopende waarschuwing tegen borstklopperij. Nederlanders waren de eeuwen door vooral geïnteresseerd in geld verdienen, en ze waren daar ook erg goed in.
Dit relativeren gaat soms ten koste van de duidelijkheid. Verschillende malen blijven de ankerpunten of de hoofdrolspelers achterwege of worden ze ergens achter in een bijzin genoemd. Zo had vermeld mogen worden dat kroonprins Willem met zijn bataljon Nederlanders best een belangrijke rol speelde in de slag bij Waterloo, zij het dat we tot op heden niet precies weten hoe. Geen woord er over.
Of de roemruchte Friese Koning Radboud, die al met zijn grote teen in het doopwater stond maar deze terugtrok toen hij hoorde dat hij dan wel naar de hemel zou gaan, maar dat zijn voorouders voor eeuwig in de verdoemenis zouden blijven. Grutte Pier daarentegen krijgt als opstandelingenleider wel een aparte vermelding.

Cijfermaniak
Het boek is in een uitstekend leesbare stijl geschreven. Aan het begin van ieder hoofdstuk staat een overzicht met de belangrijkste gebeurtenissen van de besproken periode. Het is grotendeels strak chronologisch geschreven. Alleen in het laatste hoofdstuk, over de periode na de Tweede Wereldoorlog tot nu, wordt het verhaal te complex om de tijd als ordenend principe te kunnen handhaven. Daarnaast is het rijk geïllustreerd met tekeningen, schilderijen, tekstfragmenten en landkaarten.
Helemaal consistent is het allemaal niet. Waar de periode van de Gouden Eeuw in grote lijnen uiteen wordt gezet zonder al te veel op de economische feiten in te gaan, toont de auteur van de laatste hoofdstukken zich een ware cijfermaniak. En waar godsdienstige motieven in de 16e en 17e eeuw vaak als ingegeven door economische of politieke motieven worden afgedaan, is de godsdienst in de meer bevindelijke 18e en 19e eeuw wèl relevant als historisch motief an sich.
Met informatie over de laatste twintig jaar is Verleden van Nederland zuinig. Die periode is ook nog veel te vers voor een goede historische analyse, maar iets meer had toch wel gemogen. Nu blijft het bij de val van Srebrenica, de discussie over de multiculturele samenleving, en het eindigt met de moord op Pim Fortuyn. De val van de muur en het bijbehorende optimisme, de privatisering van de overheidssector en de introductie van het totaalkapitalisme, de overgang van verzorgingsstaat naar verzekeringsmaatschappij onder Balkenende en Zalm, het had even genoemd mogen worden.

Ware held
Een vriendelijk historisch beeld rijst wel op uit Canon met de kleine c, een boek met vijftig verhalen en liederen die elk te maken hebben met een venster uit de Canon.
Het verhaal van de Drentse heidereuzen Ellert en Brammert, Karel ende Elegast, de dienstmeid die Karel V een bierpul met vier oren geeft, het spookschip ‘De Vliegende Hollander’, de sketch ‘Do ist der Bahnhof’. Het zijn verhalen met geen of een onduidelijk waarheidsgehalte, maar ze geven de geschiedenis kleur. Ze laten vaak beter de dubbelzinnigheid van geschiedenis zien dan de officiële verhalen. Zo kunnen we tientallen keren uitleggen dat het onderscheid tussen ‘goed’ en ‘fout’ niet altijd even duidelijk is, maar niets illustreert dat beter dan Arie Temmes, typetje van ‘Koot en Bie’, die zich tientallen jaren na de oorlog nog afvraagt of hij de nu een goede of kwade daad heeft gedaan door een Duitse soldaat op weg naar het station de verkeerde kant op te sturen.
De verhalen mogen dan misschien niet exact zo gegaan zijn, ze behoren zeker tot ons collectieve geheugen. En het maakt Arie Temmes, met zijn impulsieve daad en jarenlange twijfel of hij er nu wel of geen goed aan gedaan had misschien wel tot de ware Nederlandse held.

Geert Mak, Jan Bank, Gijsbert van Es, Piet de Rooy, René van Stipriaan, Verleden van Nederland, Uitg Atlas.

Verleden van Nederland, achtdelige documentaireserie, NPS/VPRO Nederland 2. Vanaf 12 oktober 2008, 20.15 uur

www.verledenvannederland.nl

Theo Meder, Ruben A. Koman, Gerard Rooijakkers, Canon met een kleine c,. 50 verhalen en liederen bij de canon van Nederland, Uitg. Profiel

Geen opmerkingen: